Interview met
docenten
Janneke Kamstra en Koen Steinhauer
Noorderpoort
Janneke Kamstra en Koen Steinhauer zijn beide docent bij het Noorderpoort. Zij verzorgen ook de lessen voor het leertraject Op Stap. Wij interviewden Janneke en Koen over hun ervaring als docenten bij Op Stap.
Willen jullie wat over jezelf vertellen?
J: Mijn naam is Janneke Kamstra en ik heb de opleiding HBO-J (Jeugdwelzijnswerk) gevolgd waarna ik mij ben gaan richten op het onderdeel welzijn in de zorg. Ik heb veel verschillende dingen gedaan. Zo heb ik gewerkt in een daklozenopvang waar ik werkte met ex-psychiatrische patiënten. Daarna heb ik een tijdje met kinderen uit problematische gezinssituaties gewerkt. Ik heb ook een tijdje heel wat anders gedaan. Ik heb in een winkel gewerkt en bij de klantenservice van een mobiele provider. Sinds 12 jaar werk ik nu als docent bij Zorg en Welzijn van het Noorderpoort.
K: Ik ben Koen Steinhauer en ik ben psychiatrisch verpleegkundige. Ik heb hiervoor op verschillende afdelingen bij Lentis gewerkt. Van ouderen en de forensische tak tot eetstoornissen, niet aangeboren hersenletsel en de laatste jaren in de acute crisis. Daarnaast werkte ik bij Lentis als agressietrainer. Ik trainde alle afdelingen hoe om te gaan met agressie. Dit was voor collega’s van facilitair tot artsen. Ik werk nu alweer negen jaar als docent bij het Noorderpoort. Dit wordt mijn tweede jaar bij Op Stap.
Wat is jullie motivatie om les te geven bij Op Stap?
J: Ik vind het leuk dat het een extern traject is. Je werkt samen met organisaties om tot het beste lesprogramma te komen. Daarnaast vind ik het erg leuk omdat je de ouderenzorg helpt aan meer medewerkers en je mensen helpt aan een leuke baan.
Wat mij ook voldoening geeft is dat je de studenten ziet groeien. Voor een aantal is dit het eerste diploma dat ze halen. Sommige zijn de 50 gepasseerd. Dat is zo mooi om te zien. Je ziet ze groeien en zelfverzekerder worden en . Ze stralen op hun diplomering! Dat vind ik ontzettend leuk.
K: Ja, resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Er zitten studenten bij met een flinke rugzak en toch tonen ze veel positiviteit, ondanks tegenslagen in het verleden, dus ik sluit me helemaal aan bij Janneke.
Het leven biedt kansen en dit is een kans voor heel veel mensen. En los van het diploma is het proces dat iemand doormaakt gewoon heel mooi om te zien. De studenten zijn over het algemeen ook heel erg gemotiveerd!
J: Ja! Ze zijn echt intrinsiek gemotiveerd, dus ze willen het ook echt. Soms vinden studenten het lastig of zijn in het begin wat onzeker maar dat gaat gedurende het traject steeds beter!
Hoe zit het Op Stap leertraject in elkaar?
J: Dit traject is vooral samen met Zorggroep Drenthe ontwikkeld. Toen wij aan het traject begonnen, kwamen ook de vragen. Algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL), zoals het helpen met wassen en aankleden, is natuurlijk belangrijk. Maar vanuit Zorggroep Drenthe kwam ook de vraag; wat doen we met eenzaamheid? Zo is welzijn ook een onderdeel geworden binnen Op Stap. Dat laat zien dat het een mooie samenwerking is van de deelnemende organisaties en het onderwijs.
K: Het is wel een heel andere vorm van onderwijs. Normaal is het zo dat de school bepaald wat voor lessen gegeven worden. Bij Op Stap gaat dat in samenspraak met de deelnemende organisatie(s). We kijken daarin wat het beste past bij de studenten én het werkveld. Hiermee geef je echt invulling aan de behoefte die de ouderenzorgorganisaties hebben.
J: Samen met de deelnemende organisaties zorgen we ook voor veel gastlessen van mensen die met beide benen in de praktijk staan. Zij delen in de lessen hun kennis. Het leuke aan dit schooljaar is dat de gastlessen van alle deelnemende organisaties komen. Eerst was het vooral Zorggroep Drenthe, omdat het daar is gestart. Maar nu zijn de andere organisaties ook actief in de gastlessen.
Geven jullie de lessen samen of verzorgen jullie ieder andere lessen?
J: Wij zijn over het algemeen altijd samen in het opleidingscentrum. Van 9:30 uur tot 14:00 uur geven wij de lessen, daarna neemt de docent rekenen en Nederlands het over. Koen doet wel meer de zorgvakken, omdat hij natuurlijk die achtergrond heeft.
Het mbo is opgebouwd uit een basis- en een keuzedeel. Ik zet me vooral in op dat laatste. In het keuzedeel hebben de deelnemende organisaties ook een stem gekregen. We geven nu de keuzedelen voeding en hospitality en persoonlijk profileren.
​
K: Als ik moet laten zien hoe je een steunkous aantrekt, kan ik Janneke daar goed bij gebruiken. Zo helpen we elkaar tijdens de lessen. We doen het in die zin wel samen. De begeleiding tussen de lessen door doen we ook samen.
Janneke: "Wat mij ook voldoening geeft is dat je de studenten ziet groeien. Voor een aantal is dit het eerste diploma dat ze halen. Je ziet ze groeien en zelfverzekerder worden. Ze stralen op hun diplomering!"
Kunnen jullie wat vertellen over de lesdagen en de invulling hiervan?
K: Een lesdag is van 09:30 uur tot 16:00 uur. Veel mensen komen uit het werkveld, daar begin je altijd vroeg en moet je meteen aanstaan. We hebben er daarom voor gekozen later te beginnen, om ze weer even te laten wennen aan het studeren.
J: Een ‘zachte landing’ is belangrijk voor deze mensen. Je hebt te maken met volwassenen. Die hebben al een huishouden, zorgtaken voor ouders of kinderen en die combinatie is voor hen heel erg wennen. Hier houden we echt rekening mee. We hebben ook ruimte voor huiswerktijd in de lessen, zo hoeven ze niet alles thuis te doen.
K: Wij proberen onze studenten nieuwsgierig te maken. We beginnen elke ochtend met de vraag naar actuele dingen. Zijn er dingen in de praktijk gebeurd waar je vragen over hebt, of waar je een mening over hebt? Dat kan bijvoorbeeld een overlijden zijn of agressie. Dan ga je kijken naar verschillende dingen: hoe ga ik hiermee om, wat doet het met mij, wat is normaal daarin? Op het moment dat we het daar met z’n allen over hebben zie je veel herkenning.
J: Ja, dat vind ik ook altijd een heel mooi onderdeel van de lesdagen. Wat heb je deze week meegemaakt, wat heeft indruk gemaakt? Zo leer je ook van elkaar.
​
K: De meeste mensen zijn hier natuurlijk nieuw in de zorg. Zij kiezen er voor, maar wij moeten dat dan ook op de beste manier begeleiden om het een succeservaring te laten zijn. Door veel te delen met elkaar help je elkaar en creëer je een veilige situatie voor de studenten. Aan de actuele vragen of situaties koppelen we ook de theorie. Is er bijvoorbeeld een situatie met dementie voorgevallen? Dan laten we de theorie over dementie hierop aansluiten.
J: De studenten van de verschillende organisaties krijgen samen les. We hebben hier bewust voor gekozen omdat zij hierdoor ook van elkaar leren. Dit jaar hebben wij bijvoorbeeld voor het eerste de gehandicaptenzorg erbij met VanBoeijen. Deze twee zorgtakken hebben meer overlap dan je denkt. Heel veel theorie sluit op elkaar aan en we voegen nu ook andere soorten gastlessen toe. Zo verzorgt VanBoeijen dit moeilijk verstaanbaar gedrag als nieuwe gastles.
K: Je merkt het verschil én overlap ook aan de casussen die wij in de ochtend bespreken. Je merkt dat er een andere benadering is bij het kijken naar gedrag van cliënten. Dat is het verschil, maar ook de overeenkomst. Je gaat op een andere manier met situaties om en daar leer je ook weer van elkaar.
Is er maatwerk voor de studenten?
K: Ja, dit is absoluut mogelijk.
J: En als het even niet lukt of je doet er wat langer over, dan is er ook altijd een mogelijkheid om te verlengen. Als je al een zorgachtergrond hebt, of je hebt al wat ervaring kun je soms ook versnellen. Je kan dan eerder examens doen. Voor anderstaligen hebben we extra ondersteuning voor Nederlands, ze kunnen dan online bijles krijgen. Dit doen we bewust online zodat ze de bijles op een voor hen geschikt moment kunnen volgen.
K: Als de student, het werkveld en wij als docenten zien dat versnellen een goede optie is dan gaan we een plan opstellen. We kijken dan wat de student hierin nodig heeft. Je kunt dan eerder beginnen met bepaalde examens. Door te kijken naar deze mogelijkheden blijf je de studenten ook uitdagen.
Koen: "Het leven biedt kansen en dit is een kans voor heel veel mensen. En los van het diploma is het proces dat iemand doormaakt gewoon heel mooi om te zien."
Hoe is de samenwerking tussen de studenten?
K: De studenten werken zowel in groepjes als individueel. Het is een wisselwerking, zo zijn de keuzedelen en natuurlijk de examens individueel. Maar ze moeten ook wel eens presenteren. Daarmee starten we wel in groepjes omdat sommige studenten dit nog wel eens spannend vinden. Zo kunnen ze presenteren oefenen.
Hoe is de verhouding tussen zorg en welzijn in het leertraject?
J: Het eerste halfjaar ligt de nadruk op zorg en het tweede halfjaar op welzijn. Maar dat is onlosmakelijk met elkaar verbonden denk ik. Als je met mensen werkt dan hoort welzijn daarbij. Je bent daar voor de cliënt en dat is niet alleen zorg.
Welke aspecten vinden jullie het belangrijkste om de studenten mee te geven?
J: Ik vind het belangrijk om te kijken naar de persoon achter het gedrag. Waarom doet een cliënt zoals hij/zij doet? Ik wil studenten leren om niet te snel een stempel op iemand te drukken, maar eerst te kijken waar het gedrag vandaan komt. Voor de studenten vind ik het leren reflecteren heel belangrijk. Kijken naar jezelf, wat doe je en wat kan er beter. We stimuleren ze ook zichtzelf hierin te ontwikkelen.
K: Ziektebeelden voor cliënten zijn ook belangrijk, en het klinisch redeneren hierbij. Dat je leert professioneel te kijken en te handelen. Hierin moet je je persoonlijke ontwikkeling natuurlijk ook altijd meenemen.
J: Ik vind het ook belangrijk te benadrukken dat hun werk zo belangrijk is. Zij zijn degene die het dichtst bij de cliënten staan, zij zien de mensen in hun meeste kwetsbare vorm. Observeren is juist daarom zó belangrijk.